Gezongen beginmedeklinkers: volkomen afsluitend en nasalen
Raadpleeg ook het BLOG van 18 mrt.
Algemene aanwijzingen
Oefeningen zijn gericht op drie goed te onderscheiden articulatieplaatsen:
1. lippen; 2. tongpunt/ hard verhemelte achter boventanden; 3. tongrug/ zacht verhemelte.
Let erop dat de aanzet op de plek zelf gebeurt in de mond. De romp doet wel mee maar niet door actief de spieren aan te spannen, dat gebeurt vanzelf!
Maak de afsluiting met de kleinste effectieve inspanning. Grotere inspanning heeft de neiging te gaan spreiden en dan gaan allerlei spiertjes in keel en strottenhoofd meehelpen die helemaal niet nodig zijn.
Voor herhaling druk op ronde pijl links onderaan het scherm.
In een kwintsprong naar beneden van d1 (294 Hz) naar g0 (196 Hz):
Tekstvolgorde oefening:
1. (hoog) Pàa, pàa, pò, pò, poe, poe; (laag) pàa, pàa, pò, pò, poe, poe;
(hoog) pie, pie, pè, pè, pàa, pàa; (laag); pie, pie, pè, pè, pàa, pàa.
2. (hoog) Dàa, dàa, dò, dò, doe, doe; (laag) dàa, dàa, dò, dò, doe, doe;
(hoog) die, die, dè, dè, dàa, dàa; (laag); die, die, dè, dè, dàa, dàa.
3. (hoog) Ngàa, ngàa, ngò, ngò, ngoe, ngoe; (laag) ngàa, ngàa, ngò, ngò, ngoe, ngoe;
(hoog) ngie, ngie, ngè, ngè, ngàa, ngàa; (laag) ngie, ngie, ngè, ngè, ngàa, ngàa.
Tip: Varieer zelf met andere beginmedeklinkers op de 3 articulatiepunten.
In een dalende legatolijn:
Extra Aanwijzing:
Bij deze oefening zing je een dalende toonladderfiguur in een kwint naar beneden. Op iedere toon wordt de lettergreep herhaald, in totaal 5 keer per reeks. De volgende reeks wordt gestart op een halve toon lager met een nieuwe lettergreep.
Let op dat je de tonen mooi aan elkaar zingt. Om dat te bereiken moet je de onderkaak zoveel mogelijk open laten hangen waar het kan als je een medeklinker plaatst. Maak het moment van articulatie zo scherp mogelijk met lange klinkers en kortdurende medeklinkers.
Tip: ‘shuffle’ je eigen favoriete medeklinkercombinatie.
Tekstvolgorde oefening:
1. Màa (5x); (1/2 omlaag) tò (5x); (1/2 omlaag) goe (5x);
2. Pie (5x); (1/2 omlaag) ngè (5x); (1/2 omlaag) dàa (5x);
3. Goe (5x); (1/2 omlaag) nò (5x); (1/2 omlaag); kàa (5x).