In maart en april heb ik zelf veel gezongen als vrouwentenor door mee te doen in een scratch van stichting de kleine Matthaus en mee te zingen met Het Andere Koor in Wageningen in een productie met een groot Symfonieorkest. Hier wil ik graag mijn ervaringen delen:
Happening in Beverwijk
De happening die bestond uit het doorzingen van de Matthaus Passion van Bach vond plaats in de Agathakerk te Beverwijk op zaterdag 14 maart en dat was fantastisch. Naast een orkest bestaande uit circa 50 muzikanten en een aantal solisten, deed een indrukwekkend aantal van bijna 380 koorzangers en -zangeressen mee. De tenoren van zowel koor I als koor II waren naast elkaar in een smalle strook direct voor de dirigent geplaatst. Tot mijn grote vreugde ontdekte ik veel vrouwen tussen de tenoren. Er werd heel verdienstelijk gezongen en noten werden redelijk gekend. Maar de partijen liggen hoog in de moderne stemming en tijdens de hoogste passages hoorde ik weinig andere stemmen meeklinken: de heren op leeftijd durfden niet helemaal was mijn indruk en de vrouwen weten niet hoe je die hoge tonen moet ‘pakken’…
Koren op het molentje van mijn missie natuurlijk want ik weet wél hoe je het moet doen: hoge tonen treffen en ook hoe ze mooi te laten klinken.
Dan wil ik ook nog graag een stukje uitwisseling delen omdat deze zo illustratief is voor de (verdeelde) meningen omtrent het fenomeen: vrouwentenor in het gemengde klassieke koor:
Het Andere Koor in Wageningen
Dirigent Michiel deLanghe van HAK/HWSO na afloop van de concerten:
“”Wat betreft de vrouwentenor vrees ik dat we aan 2 verschillende kanten staan.
Ik heb ook je abstract gelezen, en heb grote waardering voor je werk (red. zie de publicatie ‘Voice characteristics of female tenors….’ onder het menu Archief ). Artistiek gezien, blijf ik het de logica zelf vinden dat een tenor gezongen wordt door een hoge mannenstem. Je beschrijft in je abstract terecht een aantal parameters die niet gehinderd worden door de vrouwenstem (absolute toonhoogte etc.), echter de belangrijkste parameter in muziek is voor mij kleur. En daar wringt het spreekwoordelijke schoentje. Een fagot kan in absolute toonhoogte soms de hobo vervangen, maar klinkt nooit als een hobo (Stravinsky gebruikt dat dan als effect in Sacre), hetzelfde met stemmen. De tenor is de mannelijke sopraan. Literatuur zegt dat ook, je hebt liederboeken voor sopraan/tenor of alt/bariton (ref. Bv ook Mahler).
Dit dus vanuit artistiek punt.
Sociaal en ih verenigingleven stelt zich een probleem, er blijken geen tenoren meer te zijn (mss opzichzelf een onderzoek waard). Het is in dit kader, en enkel hierom dat ik bij HAK geen andere keuze had dan vrouwen in de groep toe te laten.”
Mijn reactie:
“Dank je wel voor de snelle reactie, Michiel. En je eerlijkheid.
Ik hoop dat ik je nog eens van gedachten kan doen veranderen.
Het verschil tussen die grote vrouwen- en gemiddelde mannenstrotten is helemaal niet zo groot.
Ok, afmeting vd larynx zelf en lengte stemplooien kan variëren, maar dat doet het ook tussen de mannen onderling.
Akoestisch gezien heeft de stemweg bij mannen en vrouwen dezelfde dimensies en dus dezelfde akoestische eigenschappen. De passaggio bevindt zich bij alle zangers in ongeveer hetzelfde toongebied van de stem.
Bovendien neemt de stemplooimassa bij mannen af en bij vrouwen toe boven de 50 jaar. Verschillen slinken dus tijdens het vorderen van de leeftijd.
Wat resteert is een verschil in mindset. En daar komt mijn bijdrage in beeld. Dat is wat ik vrouwen graag wil leren.
Van mij mag je best wel horen dat het een vrouw is die tenor zingt. Dat hoor ik ook wanneer een countertenor de altpartij zingt. Zolang het in dit geval, een klankkwaliteit is die luid genoeg is, goed mengt met de mannen en vooral: mooi genoeg klinkt.”
De reactie van deze dirigent verbaast me niets. Ik heb net een aantal vrouwelijke tenoren op les en krijgen dit als advies, met daarbij een aansporing om het lage alt register te gaan studeren omdat dit hun stem ‘ten goede’ zou komen. Dit betekent in een laag register met dunnere stemplooien proberen te zingen waardoor zo’n stem toch weer de hoogte in zou moeten, maar deze vrouwen lukt dat niet, bovendien de stem wil van nature in een andere modus in dit register. Als je deze modale stem zou trainen en versterken en klassieker zou kleuren krijg je een uitstekende tenor die ‘compatible’ is met de mannelijke tenor. De gevestigde orde spreekt altijd van ‘kleur’ die de vrouwelijke tenor zou missen. Zo zou zelfs de vergelijking worden gemaakt met instrumenten die een vaste vorm bezitten maar wel ontzettend verschillen in grootte en massa. Dat is bij wijze van spreken een menselijke stem vergelijken met die van een gorilla. En gorilla’s toveren bij paniek zelfs nog hoge sopraannoten tevoorschijn. 😆,. Afijn mijn vergelijkingen zullen ook niet kloppen maar feit blijft. De vrouwelijk tenor wordt (nog) niet geaccepteerd en als een soort excuustenor ingezet. Hoe naar is dat voor die vrouwen. Tweederangs zanger oid. Werk aan de winkel en petje af voor tenoren zoals Bally Prell die het toch aandurfden.
Dank je wel voor je reactie Cobien, je hebt helemaal gelijk. Hoewel ik denk dat de gemiddelde vrouwentenor veel kan bijleren in het aanpassen van haar instrument. Het gaat niet zozeer om luidheid in het tenorregister, maar welluidendheid: productie van zoveel mogelijk mooie decibellen. Zangerigheid is daarbij heel belangrijk, ook voor de intonatie. Dit zijn precies de elementen waaraan in de workshops Lekker Laag Zingen veel aandacht wordt besteed. Dank voor de tip om naar Bally Prell te luisteren. De Bondsrepubliek Duitsland kent een lange traditie van vrouwen die mooi en overtuigend laag zingen. Ik zet een verwijzing naar haar in het archief!